Tijdvak 4 is de tijd van steden en staten en loopt van 1000-1500. Een andere benaming voor dit tijdvak is de hoge en late Middeleeuwen.
Kenmerkende aspecten
- de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving;
- de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden;
- het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben;
- de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten;- het begin van staatsvorming en centralisatie.
Begrippen
Onderwerpen in het Fort Museum